Persoonlijke getuigenis van Tuinranger Tom
Als je aan een Tuinranger vraagt om iets over snoeien te schrijven, dan is dat een beetje zoals vloeken in de kerk. Want bij snoeien moet het adagio klinken “beter voorkomen dan genezen”. Bomen hebben geen snoei nodig, snoeien doe je enkel voor jezelf.
Bij (her)inrichten van je tuin, informeer je best eerst hoe groot een plant of boom wordt. Een statige eik is prachtig, maar krijgt een kruinomtrek van 25 meter en kan 30 meter hoog worden, en is dus wellicht niet geschikt voor je rijwoning. Als je dan toch moet snoeien omdat de boom te groot wordt, kijk dan naar de natuurlijke vorm van de plant en probeer die te bewaren. Snoeien doe je in de rustperiode van de plant, tussen november en maart, maar nooit bij vorst.
Veel inheemse soorten lenen zich echter wel prima voor hakhoutbeheer: een historische vorm van het beheren van brede heggen en houtkanten. Je kan bv de hazelaar, esdoorn, kornoelje, eik, haagbeuk, meidoorn, sleedoorn, kastanje, … om de vier à zeven jaar terugzetten tot op 30cm van de grond. Wat je oogst, kan als brandhout gebruikt, takkenwallen mee gebouwd of versnipperd worden om als mulchmateriaal te gebruiken.
Nog een uitzondering, is het knotten. Bij knotten snoei je terug van op de stam. Het gekendste voorbeeld in onze streek is de knotwilg, maar ook es en eik lenen er zich toe. Principe is dat je een jonge boom plant en de eerste vier jaar alle takken langs de stam verwijdert (sleunen). Na vier jaar verwijder je ook alle takken bovenaan de stam. En dat herhaal je elke vier à zeven jaar.
Meer (snoei)tips vind je op www.dilbeek.be/tuinrangers
Geraak je er nog niet wijs uit of heb je ander vragen, bestel dan je gratis tuinadvies: www.tuinrangers.be
