Straatverlichting gaat uit 's nachts

Geplaatst op vr 07.10.2022

Stijgende energieprijzen en de zoektocht naar besparingen zijn actueler dan ooit. Lokale besturen hebben af te rekenen met een energiekost die gemiddeld ruim 4x hoger ligt dan voorheen. Een grote hap van het energieverbruik vinden we terug in de openbare verlichting. Daarom werd in overleg met netbeheerder Fluvius en Lennik, Roosdaal, Ternat en Liedekerke beslist de straatverlichting te doven.

Zo werd er overeengekomen om vanaf 29 oktober, met het ingaan van het winteruur, de openbare verlichting van zondagavond t.e.m. donderdagavond volledig te doven tussen 23 en 5 uur. Op vrijdag- en zaterdagavond daarentegen blijft de verlichting branden. In praktijk komt dit er dus op neer dat de openbare verlichting op zondagavond 30 oktober voor het eerst zal uitgaan om 23 uur.

Evaluatie na de winter

Veel mensen leggen bij donker meteen de link naar gevaar. Het doven van de straatverlichting mag echter niet in verband gebracht worden met onveiligheid. Zo rijden automobilisten op donkere wegen trager, springen tegenliggers sneller in het oog en vallen inbrekers beter op door het gebrek aan andere lichtbronnen.

De gemeenten zullen nauwgezet de inbraakcijfers en het aantal verkeersongelukken opvolgen in samenwerking met de lokale politie. Na de winter worden eveneens de gerealiseerde besparingen geëvalueerd.

Kostenbesparing

Het doven van de openbare verlichting tijdens de nachtelijke uren levert Dilbeek op korte termijn alvast een besparing op van 37%, weliswaar op een factuur die verdubbeld is. De energiefactuur wordt met andere woorden iets minder zwaar.

Bovenop deze maatregel zal de verlichting in Dilbeek overigens vroeger gedimd worden. Vanaf 20 uur naar 75% en vanaf 22 uur naar 50%.

Koploper LED-verlichting

Dilbeek werkt intussen al vijf jaar met een verlichtingsplan aan een verduurzaming van de straatverlichting: al 63% werd vervangen door energiezuinige LED-lampen. Eind 2024 moeten alle lampen vervangen zijn. Hiermee zijn we één van de koplopers in Vlaanderen, waar de doelstelling gericht is op 2030.