Het zwembad kan ook een taalbad zijn

Isabelle Callebaut, directeur

Hoe evolueert de verandering in taal? 

Er is meer en meer instroom vanuit Brussel en we trekken ook toeristen zijn. Er komen mensen met andere talen en andere culturen, ook naar het zwembad.

Hoe ga je daarmee om?

Het is niet altijd gemakkelijk om met mensen te communiceren. De bezoekers  kennen het reglement niet. Ze begrijpen bijvoorbeeld niet dat je  geen zwemshort mag dragen en aanvaarden niet altijd als er hierover een opmerking wordt gegeven. Er wordt soms geklaagd over de hoge prijs of omdat het druk is.  Nochtans laten we geen zwemmers meer toe wanneer de maximum capaciteit bereikt is.

Alle personeelsleden zijn tweetalig maar gebruiken enkel Nederlands wanneer ze het publiek aanspreken. Ze proberen toch te communiceren met de mensen. Wat helpt is goed articuleren, traag praten, gebaren gebruiken, een woord vertalen en pictogrammen aanwijzen. 
We spreken de kinderen aan van anderstalige ouders omdat zij meestal al redelijk wat Nederlands kennen. 
Meestal wordt taal pas een probleem bij discussie. Uitzonderlijk wordt van het Nederlands afgeweken als het om veiligheid gaat. 
Aan anderstalige personeelsleden wordt info meegegeven waar er Nederlands kan gevolgd worden.
Anderstaligen die hun best doen om zich in het Nederlands uit te drukken bestoefen we als ze hun best doen.

Waarom is het zwembad een goeie plaats om Nederlands te oefenen?

Het zwembad is ook een taalbad. Vooral voor kinderen. Ze zoeken contact met elkaar in het peuter en recreatiebad. Zo leren ze spelenderwijs de taal. 
En de zwemlessen gaan door in het Nederlands.

Tijdens de zwemlessen zijn er ouders die wachten op hun kinderen. We geven hen info over de oefenkansen Nederlands in Dilbeek en verwijzen hen door naar het vrijetijdsaanbod van Dilbeek. Aan het onthaal liggen ook folders over de lessen Nederlands.

Kinderen die nog niet goed zwemmen worden door de scholen doorverwezen naar de ‘Snel veilig’-lessen. Dit zijn 10 zwemlessen van 30 minuten waarop ze extra worden begeleid. De vaak anderstalige ouders kunnen in tussentijd aansluiten bij een conversatietafel in het cafetaria. De conversatietafels gaan door op maandag en dinsdag van 16 tot 17u30. Ook andere anderstalige ouders zijn er welkom.

Vrijwilligers die graag met een anderstalige in het taalbuddyproject stapt kan de wachttijd van deze ouder ook nuttig invullen door in het cafetaria af te spreken terwijl de kinderen zwemles volgen.