Taalbuddy’s Elina en Erika
In maart 2022 vluchtte Elina Falina voor de oorlog in Oekraïne en kwam ze aan in Dilbeek. Ze sprak Russisch en Oekraïens en werd warm opgevangen. Ze volgde tot wel vijf keer per week Nederlandse les en oefende daarnaast met haar taalbuddy, een vrijwilliger. We gingen met hen in gesprek.
Elina vertelt: ‘Na de taallessen volgde ik een half jaar een opleiding tot hulpkok in Merchtem. Ik vertrok elke dag vroeg met het openbaar vervoer vanuit Itterbeek. Het vinden van een stageplaats was niet gemakkelijk, maar dankzij een sollicitatietraining bij VDAB kwam ik terecht bij Gastro Brisk (vroeger Michel). Daar werk ik intussen al meer dan een jaar. Ik ben de zaakvoerder erg dankbaar voor alle steun. Om mijn Nederlands te oefenen, ging ik ook naar een conversatietafel in Brussel. Maar met tien mensen rond de tafel en grote verschillen in taalniveau, vond ik dat minder motiverend. Gelukkig leerde ik Erika kennen. Met haar spreek ik nu regelmatig af.’
Erika woont met haar gezin in Dilbeek en geeft les in het middelbaar onderwijs. Haar twee zonen zitten ook in het secundair. Ze wilde in haar vrije tijd graag iets betekenen voor nieuwkomers en stelde zich kandidaat als vrijwilliger. Via een oproep van de gemeente ontmoette ze Elina, en sinds augustus 2023 vormen ze een duo.
Erika benadrukt: ‘Elina mag terecht fier zijn op haar traject: de taallessen, de inburgeringscursus, de opleiding tot keukenmedewerker, haar werk in een toprestaurant en vooral haar vooruitgang in het Nederlands. We spreken wekelijks af en dat is altijd gezellig. Zoals vriendinnen gaan we meestal iets drinken, een koffie op café, een bezoek aan Krok & Ko of een terrasje en praten we over van alles. Soms gaan we ook wandelen. De samenkomsten zijn nuttig, maar vooral leuk. We spreken af via WhatsApp, al kan een vaste plek en tijd in de week zeker helpen voor wat meer structuur.’
Elina toont veel interesse in het leven hier. Erika vertelt: ‘Ik ben vaak verbaasd over hoeveel ze weet over Belgische politiek. Ze volgt de verkiezingsuitslagen, leest nieuws op Instagramkanalen zoals NwsNwsNws, BRUZZ of Het Nieuwsblad, en controleert de vertalingen om haar Nederlands te verbeteren. Soms brengt ze iets lekkers mee uit de Oekraïense keuken. We praten ook over tradities, bijvoorbeeld hoe Pasen in onze gezinnen wordt gevierd. Elina noteert telkens nieuwe woorden en zinnen in een schriftje, wat heel handig is om dingen uit te leggen.’
Moeilijke onderwerpen
Soms komt Elina met administratieve vragen, geeft Erika toe: ‘Daar weet ik zelf niet altijd genoeg over. Gelukkig helpt het Welzijnspunt van het OCMW om dit te verduidelijken of door te verwijzen naar de juiste dienst. Taalbuddy’s kunnen trouwens ook terecht bij het Taalpunt in de bib of materiaal gebruiken van vzw De Rand.’
Volgens Erika hoef je geen leerkracht te zijn: ‘Als je er allebei zin in hebt, kan je over alles praten. Het belangrijkste is de goesting om samen Nederlands te oefenen.’
Waarom een taalbuddy belangrijk is
Voor anderstaligen is een taalbuddyproject een grote meerwaarde. In het dagelijkse leven schakelen Nederlandstaligen vaak snel over op Frans of Engels. In een één-op-één relatie lukt het wel om Nederlands te oefenen, rustig woorden te zoeken en aandacht te besteden aan uitspraak. Dat geeft zelfvertrouwen om de taal te spreken.
Ook voor vrijwilligers is het project waardevol. Je kan een gesprek bijvoorbeeld combineren met een wachtmoment bij de zwemles of muziekacademie.
Elina merkt op: ‘Dankzij het taalbuddyproject breid ik mijn woordenschat uit. Ik gebruik nu Nederlands in de winkel, op het gemeentehuis, in het ziekenhuis en bij de huisarts. Ik kan afspraken maken en brieven lezen. Ik zag zelfs een affiche van de gemeente die stimuleert om Nederlands te spreken, dat helpt ook.’
Toekomstplannen
Over de toekomst zegt Elina: ‘We blijven zeker doorgaan. Danslessen hervatten lukt nu nog niet door mijn werk in het restaurant, maar dat wil ik later weer oppikken. Intussen volg ik wekelijks online Franse les vanuit Oekraïne. Ook een rijbewijs halen staat op mijn lijstje, dat geeft me meer zelfstandigheid. En ik hoop dat mijn partner Eduard ook een taalbuddy vindt om zijn Nederlands te verbeteren!’
