Pedagogisch project

Situering van de onderwijsinstelling

De kriebel is een lagere school die behoort tot het officieel gesubsidieerd onderwijs.
Het schoolbestuur is het gemeentebestuur van Dilbeek, dat ervoor zorgt dat we in de beste omstandigheden kunnen werken.
Het onderwijs dat binnen onze school door de leraren wordt aangeboden past in het kader van richtlijnen, vastgelegd door het gemeentebestuur in een door haar erkend pedagogisch project.

Algemeen doel

De kriebel staat open voor alle kinderen.
De vrije keuze van de cursus godsdienst of niet-confessionele zedenleer is gewaarborgd.
Elk kind is een unieke persoon met eigen interesses, talenten en ambities en moet gewaardeerd worden in zijn/haar eigen kunnen en kennen.

Onze leerlingen worden voorbereid op een samenleving die rekening houdt met het recht van elke mens om zichzelf te zijn en te worden, die kansen biedt aan elke persoon om tot een harmonische levenssituatie te komen, ongeacht het ras, het geslacht, de filosofische, politieke of religieuze overtuiging. Als school hebben we eerbied voor de diverse filosofische, godsdienstige en ideologische opvattingen van de ouders en de leerlingen. We houden rekening met de fundamentele rechten en vrijheden bepaald in de grondwet, de universele rechten van de mens en het kind in het bijzonder.

Wij willen een school zijn met een eigenzinnige, ongewone en verrassende inbreng van leerkracht en leerling. We willen een school zijn waarvan je opkijkt, een school waar iedereen zich goed voelt met mensen die ‘verschil’ maken.

Fundamentele uitgangspunten

Onder fundamentele uitgangspunten wordt verstaan: principiële houdingen die onze school heeft ten opzichte van mens en maatschappij.

  • Openheid
    De school staat ten dienste van de gemeenschap en staat open voor alle kinderen, ongeacht hun filosofische of ideologische overtuiging, sociale of etnische afkomst, sekse of nationaliteit.
     
  • Verscheidenheid
    De school vertrekt vanuit een positieve erkenning van de verscheidenheid en wil waarden en overtuigingen die in de maatschappij leven, onbevooroordeeld met elkaar confronteren. Zij ziet dit als een verrijking voor de gehele schoolbevolking.
     
  • Democratisch
    De school is het product van de fundamenteel democratische overtuiging, dat verschillende opvattingen over mens en maatschappij in de gemeenschap, naast elkaar kunnen bestaan.
     
  • Socialisatie
    De school leert jongeren leven met anderen en voedt hen op met het doel hen als volwaardige leden te laten deelhebben aan een democratische en pluralistische samenleving.
     
  • Emancipatie
    De school kiest voor emancipatorisch onderwijs door alle leerlingen gelijke ontwikkelingskansen te bieden overeenkomstig hun mogelijkheden. Zij wakkert zelfredzaamheid aan door haar leerlingen mondig en weerbaar te maken.
     
  • Totale persoon
    De school erkent het belang van het onderwijs en opvoeding. Zij streeft een harmonische persoonlijkheidsvorming na en hecht evenveel waarde aan kennisverwerving als aan attitudevorming.
     
  • Gelijke kansen
    De school treedt compenserend op voor kansarme leerlingen door bewust te proberen de gevolgen van een ongelijke sociale positie om te buigen.
     
  • Medemens
    De school voedt op tot respect voor de eigenheid van de mens. Zij stelt dat de eigen vrijheid niet kan leiden tot de aantasting van de vrijheid van de medemens. Zij stelt dat een gezonde leefomgeving het onvervreemdbaar goed is van elkeen.
    De school brengt de leerlingen de gedachte bij van het Europese burgerschap en vraagt aandacht voor het mondiale gebeuren en het multiculturele gemeenschapsleven.
     
  • Mensenrechten
    De school draagt de beginselen uit die vervat zijn in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en van het Kind, neemt er de verdediging van op. Zij wijst vooroordelen, discriminatie en indoctrinatie van de hand.

Pedagogische aanpak

Gelijke kansen en maximale leerwinst voor elke leerling nastreven is een engagement dat het kriebelteam aangaat! We staan voor een sfeer van geborgenheid en veiligheid, waar we iedereen op school het gevoel willen geven “erbij te horen”. Elk kind wordt benaderd als individu met zijn talenten en persoonlijkheid, met zijn aanleg, tempo, belangstelling … Enkel zo kan een kind zich ontwikkelen, want leren doen we met ons hart, onze handen en voeten en ons hoofd.

Gras groeit niet sneller door eraan te trekken …

Een kind komt niet zomaar tot leren. Samen school maken doen we op de volgende manier:

1. Het creëren van een positief school- en klasklimaat. We hebben veel aandacht voor het welbevinden van de leerlingen.

Hier kriebelt het zo:

  • Kindcontacten
  • Observaties tijdens de les en tijdens de speeltijden
  • Interesse tonen in wat de leerlingen doen
  • Klasafspraken
  • Kriebel-pret-roulette
  • Rapport
  • Breed evalueren – Hé, ik ben oké!
  • Klasgesprek/kringgesprek
  • Positief bekrachtigen in de les op taken en toetsen
  • Oudercontact niet enkel gekoppeld aan het rapport
  • Aandacht voor waarden, normen en sociale vaardigheden
  • De vredesbank


2. We proberen een aangename, ontspannen omgeving te creëren. Kinderen zijn het meest gemotiveerd als deze omgeving ook betekenisvol voor hen is.

Hier kriebelt het zo:

  • Aangename en sfeervolle klaslokalen,
  • Leut-en-lol (spelletjeskast op de speelplaats)
  • De leeshoek
  • Gebruik van het groen in de omgeving (La Motte, het park van het rusthuis …)
  • Vergroening van de speelplaats (Pimp je speelplaats)
  • Aandacht voor de thuissituatie …

3. We geven voldoende kansen om (zelfstandig) keuzes te maken, om zelf initiatief te nemen, voorstellen te doen, plannen te maken, actief mee te werken, leiding te nemen, anderen te helpen …

4. Het kind moet ervaren dat zijn inbreng belangrijk is en dat er medezeggenschap is.

Hier kriebelt het zo:

  • Leerlingen kunnen ideeën, klachten … formuleren en in de mate van het mogelijke houden we hier rekening mee.
  • De kriebel-pret-roulette
  • Kriebeltje-roer
  • Hoekenwerk/contractwerk
  • Groepswerk met de rollen van CLIM
  • Partnerwerk - coöperatief werken
  • Projectwerk op klas- en schoolniveau
  • Bibbezoek
  • De klaskas
  • Nee-kaartjes bij huiswerk

5. Als school laten we de leerlingen ervaren dat ze deel uitmaken van een groter geheel en iedereen neemt daarin zijn verantwoordelijkheid.

Hier kriebelt het zo:

  • Kriebellied
  • Tutorlezen (1ste en 4de lj./ 2de en 5de lj./3de en 6de lj.)
  • Klas- en leerjaardoorbrekende activiteiten
  • Het openhouden van de Leut-en-lolkast
  • Het appelwinkeltje
  • Meter- en peterschap (6de en 1ste leerjaar)
  • Expleuteren en activiteiten met de kleuterschool
  • Activiteiten/stages met het secundair onderwijs
  • Samenwerken met de senioren van ‘De Krekel’

6. Met onze toffe, creatieve, pedagogische aanpak groeien onze leerlingen (hopelijk) uit tot sterke individuen.

  • De vaardigheden waar wij veel belang aan hechten zijn:

  • De volgende attitudes vinden wij heel belangrijk:

7. We werken aan een horizontale en verticale leerlijn. Deze wordt door de werkgroepen bestaande uit leerkrachten opgesteld, aangepast en verbeterd.

  • In de mate van het mogelijke zorgen we voor een doorstroming tussen de verschillende vakken. Op die manier werken we aan een horizontale leerlijn.
  • De verticale leerlijn, zowel op pedagogisch vlak (wiskunde, taal, WO, muzische vorming, huiswerk, oplossingsstrategieën, enz.) als op organisatorisch vlak (bladschikking, enz.), zorgt voor een gemakkelijke en vlotte doorstroming naar het volgende leerjaar.

8. Een van onze grote troeven is het klasoverschrijdend werken. Zowel verschillende klassen van eenzelfde leerjaar als verschillende leerjaren door elkaar werken samen voor wiskunde, taal, W.O., muzische vorming, enz. Ook worden er expleuteractiviteiten georganiseerd waar samengewerkt wordt met de kleuterschool.

  • Op klasniveau wordt er gedifferentieerd naar tempo, niveau en in de mate van het mogelijke naar interesses. Dit gebeurt zowel tijdens de lessen, in hoekenwerk en contractwerk als bij het huiswerk (indien nodig).
  • Voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, kan er handelingsgericht gewerkt worden. We zorgen dat de onderwijsbehoeften van het kind centraal staan. We werken doelgericht, systematisch en transparant. Ook de ouders worden betrokken bij het handelingsgericht werken.

9. Extra-murosactiviteiten zijn de activiteiten georganiseerd voor een groep leerlingen die plaatsvinden buiten de schoolmuren, waarbij de leerlingen deze lessen of activiteiten dienen te volgen. Deze activiteiten worden ingepland in het leerprogramma van de school, denk maar aan de sneeuwklassen in het 6de leerjaar.

10. Schoolraad

  • De samenwerking tussen ouders en leerkrachten biedt een meerwaarde aan het schoolgebeuren. Ouders kunnen hun inbreng ‘verzilveren’ door overleg te plegen en/of advies te geven in de schoolraad inzake schoolse aangelegenheden zoals infrastructuur en veiligheid, het lestijdenpakket, het schoolreglement …

11. Ouderparticipatie

  • De ouders, als eerste verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen, willen wij betrekken in de onderwijsopvoeding, door goede communicatie en door een zo groot mogelijke betrokkenheid bij het schoolgebeuren. Goede contacten tussen de ouders en de leerkracht zijn een voorwaarde voor een optimale ontwikkeling van het kind. Zo kunnen ouders zaken signaleren die de leerkrachten ontgaan en omgekeerd.

Hier kriebelt het zo:

  • Werkgroep ‘De Gloobfanfare’
  • Werkgroep ‘Pimp je speelplaats’

Leermiddelen

  • We volgen de leerplannen opgesteld door OVSG (Onderwijssecretariaat van Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap). We streven ernaar om de vooropgezette eindtermen te bereiken door kwaliteitsvol onderwijs te bieden.
  • Methodes worden regelmatig onder de loep genomen en vernieuwd.
  • Het schoolwerkplan is in voortdurende ontwikkeling.
  • ICT wordt geïntegreerd in het dagelijks lesgebeuren. Laptops, Ipads, digitale borden … zijn voorhanden op onze school., waarvoor dank aan het gemeentebestuur. De leerlingen gebruiken ICT om te communiceren met andere leerlingen, om informatie te verwerven, om presentaties te maken …
  • In de naschoolse opvang is er ruimte voor het maken van het huiswerk. De leerlingen worden in de mate van het mogelijke hierbij begeleid.

Specifieke doelen

  • We helpen de leerlingen een eigen studiemethode aan te leren, zoals leren plannen, leren leren, oplossingsstrategieën gebruiken …
  • De rapportering en evaluatie verloopt op verschillende vlakken. We hebben oog voor de kennis, maar ook het kunnen van de leerlingen. We evalueren breed en zijn niet enkel vastgepind op punten. Ook het welbevinden, de betrokkenheid en de sociale, motorische en muzische vaardigheden vinden we belangrijk.
  • Ons leerlingvolgsysteem bestaat uit toetsen, observaties, de informatie over de thuissituatie én informatie van het kind zelf. We staan ook in nauw contact met externe begeleiding. Op deze manier verzamelen we informatie om de onderwijsbehoeften van het kind in kaart te brengen en van daaruit formuleren we acties om de problemen aan te pakken.
  • Taalinitiatie Frans wordt gegeven vanaf het eerste leerjaar.
    ‘Spreken’ staat hierbij centraal.
    Vanaf het 5de leerjaar wordt het leerplan Frans gevolgd.
  • Extra sportactiviteiten: sportdag, sport op woensdagnamiddag, middagsport, fietsparcours, schaatsen, netbal en trefbal, sportsnack …

In de kriebel is elk kind een VIK
(= very important kriebel)!

‘Jij mag zijn wie je bent
Om te worden wie je bent
Maar nu nog niet kan zijn
En je mag het worden in je eigen tijd
En op je eigen manier’
(Anna Terruwe)